Hoe onderscheid je jezelf van de ander in contact?
- Matthieu Bosmans
- 2 dagen geleden
- 3 minuten om te lezen
Soms voel je spanning nog vóór iemand iets zegt.
Een lichte druk in je borst.
Een veranderende adem.
Een subtiele verschuiving in je aandacht.
Je denkt dat het van jou is.
Maar vaak is dat niet zo.

Veel mensen die bij Aceso komen, herkennen dezelfde ervaring:
een soort fijngevoelige radar die altijd aanstaat.
Niet omdat je hyperalert wíl zijn,
maar omdat je lichaam dat ooit nodig had om je wereld te begrijpen.
Je leest anderen sneller dan ze zichzelf lezen.
Je voelt wat er in een ruimte gebeurt nog voor het zichtbaar wordt.
Je vangt signalen op die niemand benoemt.
Soms is dat een kracht.
Soms kost het je plek.
Hoe onderscheid je jezelf van de ander?
Wanneer spanning opduikt, onrust, onuitgesproken verwachtingen, vermoeidheid, frustratie,
neemt jouw lichaam het over alsof het van jou is.
En vanaf dat moment wordt alles diffuus:
Je voelt veel,
maar je weet niet meer wat je voelt.
Je voelt spanning,
maar niet vanwaar ze komt.
Je voelt druk,
maar niet welke keuze bij jou hoort.
Je probeert te ademen, te plaatsen, te begrijpen.
Maar alles loopt door elkaar.
Alsof je innerlijk kompas even uitvalt.
De meeste mensen denken dan dat ze “te gevoelig” zijn,
“te empathisch”,
“te veel bezig met anderen”.
Maar dat is niet wat er aan de hand is.
Je hebt niet te weinig grenzen.
Je hebt te weinig informatie vanbinnen.
Hoe onderscheid je jezelf van de ander?
Je lichaam heeft nooit geleerd het verschil te voelen tussen:
“Dit is mijn spanning.”
en
“Dit is spanning in de ruimte.”
En dus neem je het over.
Onbewust.
Automatisch.
Loyaal.
Niet omdat je wil dragen wat niet van jou is,
maar omdat je zenuwstelsel geen andere mogelijkheid ziet.
Hier begint het werk van Aceso.
Niet door afstand te leren houden.
Niet door je in te beelden dat “het van de ander is”.
Niet door je in een schild te zetten of harder te worden.
Maar door in je lichaam opnieuw te leren herkennen wat van jou is.
Dat gebeurt in kleine bewegingen:
hoe je adem verandert wanneer iemand dichterbij komt
hoe je borst licht opspant wanneer je iets oppikt
hoe je voeten hun grond verliezen wanneer je in een rol schiet
hoe je aandacht verschuift naar de ander nog vóór jij een keuze hebt kunnen maken
Geen drama.
Geen analyse.
Waarnemen.
Want precies daar, in dat eerste subtiele moment,
ligt de plek waar jij jezelf kwijtraakt.
En ook de plek waar je jezelf kan terugvinden.
Niet door weerstand.
Maar door helderheid.
Je ontdekt dat spanning in een ruimte anders voelt dan spanning in jouw lijf.
Dat emoties van iemand anders net een andere toon hebben.
Dat jouw ritme verandert wanneer je overneemt,
en terug stabiliseert wanneer je blijft staan.
Het is alsof je binnenin opnieuw kleuren leert onderscheiden.
En wanneer dat gebeurt, wordt iets eenvoudigs mogelijk:
Je voelt wat van jou is, en je laat wat niet van jou is liggen.
Niet als techniek.
Maar als vanzelfsprekendheid.
Sarah voelt dan dat ze niet meer meeschuift in de emotie van de ander.
Ruben merkt dat zijn hoofd rustiger blijft omdat hij niet langer in twee systemen tegelijk leeft.
Karen voelt dat ze kan blijven zorgen zonder zichzelf kwijt te raken.
Je hoeft niets los te laten.
Je hoeft niets te beschermen.
Je hoeft niets af te sluiten.
Je hoeft alleen te herkennen welke signalen echt bij jou horen.
Dat is genoeg.
En precies dat maakt dat je anders gaat ademen,
anders gaat kiezen,
anders aanwezig bent.
Niet harder.
Niet afstandelijker.
Maar helderder.
Het gaat niet over minder voelen.
Het gaat over juist voelen.
Zodat je lichaam eindelijk mag stoppen met dragen wat nooit van jou is geweest.





Opmerkingen